Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

BCG-vaccin

Het BCG-vaccin bevat verzwakte bacteriën van de stam Bacillus Calmette-Guérin (BCG). Het beschermt tegen infecties met tuberkel-bacteriën en daardoor ook tegen tuberculose (tbc).

Het wordt gegeven als vaccinatie aan reizigers naar landen waar deze infectieziekten vaker voorkomen.

Wat doet BCG-vaccin en waarbij gebruik ik het?

Tuberculose

Tuberculose is een infectie door de tuberkel-bacterie (Mycobacterium tuberculosis). Deze bacterie lijkt op de BCG-bacterie. U kunt tegen tuberculose worden gevaccineerd met een injectie met de BCG-bacterie.

Verschijnselen
Tuberculose (tbc) begint vaak met een longontsteking, die meestal binnen een paar weken geneest. Als er sprake is van longontsteking spreken we van ‘actieve’ tuberculose of ‘open’ tbc.

Soms verloopt de infectie zo licht, dat u deze niet eens opmerkt. De bacterie kan echter wel ‘slapend’ aanwezig blijven en soms jaren later weer actief worden. Dit gebeurt dan meestal als uw weerstand vermindert, bijvoorbeeld door ouderdom of door een ziekte. Dan kan er (weer) een longontsteking ontstaan. Maar de ontsteking kan zich ook uitbreiden naar andere delen van het lichaam, zoals de klieren, botten en hersenvliezen.

Oorzaak
Tuberculose is een infectie door de bacterie Mycobacterium tuberculosis, de tuberkelbacterie. Deze bacterie verspreidt zich via druppeltjes, die in de lucht komen door hoesten, niezen of spreken. Inademing van deze lucht leidt tot besmetting.

Een infectie voorkomen
U kunt besmetting met tuberculose voorkomen door:

  • te vermijden dat iemand u in het gezicht hoest;
  • slecht geventileerde ruimten met veel mensen te vermijden.

De ziekte kan ernstig kan verlopen en zeer besmettelijk zijn. Daarom wordt soms aangeraden zich tegen tuberculose te laten vaccineren.

Het vaccin mag niet worden gegeven aan mensen die al geïnfecteerd zijn met de tuberkelbacterie. Dit kan de arts met een ‘Tuberculinehuidtest ‘ controleren.

Werking
Het BCG-vaccin bevat verzwakte bacteriën van de stam ‘Bacillus Calmette-Guérin (BCG). Deze bacterie lijkt op de tuberkelbacterie, de veroorzaker van tuberculose.
Na de injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de BCG-bacterie en daardoor ook tegen de tuberkelbacterie. Als het dan in aanraking komt met de tuberkelbacterie kan het deze beter bestrijden.

Effect
Deze inenting beschermt niet volledig. Maar brengt de kans op een infectie met de tuberkelbacterie tot de helft terug. Na inenting duurt het ongeveer 6 weken voordat de bescherming maximaal is.

Het is dus mogelijk dat u ondanks het vaccin toch bent besmet. Heeft u hoestklachten en bent u de afgelopen 2 jaar in een land geweest waar tuberculose heerst? Raadpleeg dan een arts om uit te sluiten dat sprake is van tuberculose.

Het is onbekend hoe lang de werking van het vaccin duurt. Wel is bekend dat opnieuw vaccineren geen extra bescherming geeft.

Lees meer over tuberculose . “

Vaccinaties

De vaccinatie wordt gegeven aan reizigers die langer dan 3 maanden gaan naar gebieden waar tuberculose veel voorkomt. En daar intensief contact hebben met de lokale bevolking.

Soms wordt het ook gegeven aan kinderen jonger dan 5 jaar zonder dat intensieve contact. Het wordt ook soms gegeven aan kinderen jonger dan 5 jaar bij wie regelmatig familie of vrienden op bezoek komen uit een van deze landen.

Apotheken, maar ook reisorganisaties, GGD’en, huisartsen en het Landelijk Centrum Reizigersinformatie (www.lcr.nl) kunnen u informeren over de landen waar tuberculose vooral optreedt.

Lees meer over vaccinaties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Een paar dagen na de inenting kan op de plaats van injectie een rode, verharde plek ontstaan. Hier kan wat vocht uitkomen. De plek wordt na verloop van tijd minder en verandert in een litteken.

    Soms kan de plek gaan zweren. Neem dan contact op met uw arts. Plak geen pleister op de injectieplaats.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Flauwvallen

    Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie. Dit komt meestal doordat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie. Dan kunt u de volgende vaccinatie zittend of liggend krijgen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en koorts.

  • Gezwollen lymfeklieren in de hals of oksels.

    Zeer zelden kan de klier hierdoor ontsteken. Hij wordt dan zeer pijnlijk. Neem dan contact op met uw arts.

  • Stuipen, soms met koorts.

    Neem direct contact op met een arts.

  • Huiduitslag.

    Neem dan contact op met uw arts.

  • Verschijnselen van een infectie, zoals koorts, spierpijn, lamlendig gevoel, benauwdheid, botpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid.

     Waarschuw dan uw arts.

  • Overgevoeligheid. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid,opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Waarschuw dan meteen uw arts. In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik BCG-vaccin gebruiken met andere medicijnen?

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen.

In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Bijnierschorshormonen om in te nemen, zoals prednison en dexamethason, Als u deze medicijnen gebruikt kan dit vaccin een ernstige infectie veroorzaken. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Dit geldt niet voor bijnierschorshormonen die een eigen tekort moeten aanvullen, zoals gebruikt bij de ziekte van Addison of Cushing.
  • Afweeronderdrukkende medicijnen, zoals methotrexaat en azathioprine en medicijnen tegen kanker. Als u deze medicijnen gebruikt kan dit vaccin ernstige infectie veroorzaken. Overleg hierover met uw arts of apotheker.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Zorg dat u binnen 3 maanden na de inenting niet zwanger wordt en laat u niet vaccineren als u zwanger bent. Het vaccin kan schadelijk zijn voor de baby, vooral aan het begin van een zwangerschap. Realiseer u echter dat tuberculose waar het tegen beschermt ook schadelijk kan zijn. Weeg daarom samen met uw arts of apotheker de risico’s tegen elkaar.

Borstvoeding

U kunt dit medicijn veilig gebruiken. Het wordt al jarenlang gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven zonder nadelige gevolgen voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
De arts of verpleegkundige spuit de injectievloeistof langzaam in de huid van de bovenarm.

Wanneer?

  • Houd er rekening mee dat de inenting pas na ongeveer 6 weken voldoende werkt. Het beschermt dan overigens niet volledig.
  • Laat u dus bij voorkeur minimaal 6 weken voor vertrek naar een risicoland inenten.

Heeft u hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk erger worden.